Iedereen kent deze emotie: je ergert je aan iets of iemand, of je wordt misschien zelfs boos. Het is heel herkenbaar; bijvoorbeeld als iemand niet doet wat jij wilt. Misschien juist nu in coronatijd, nu we veel met elkaar ‘opgescheept’ zitten.
Misschien vind je het interessant om te kijken wat er achter die boosheid zit.
Volgens PRI is boosheid één van de vijf weerstanden. Een weerstand heeft maar één doel: de oude pijn uit je kindertijd niet hoeven voelen.
Neem nou dit voorbeeld.
Ik ben eerst geïrriteerd en word dan boos omdat mijn vriend weer eens te laat is voor onze eetafspraak. Op zich is er niet veel aan de hand, want de ovenschaal kan ook wat later in de oven. Toch ben ik boos.
Als ik deze situatie analyseer volgens de PRI-methode, kom ik erachter dat ik als kind in een situatie was waarin ik vaak op mijn moeder moest wachten om vervolgens te constateren dat ze niet kwam. Pijnlijk! Als kind was ik machteloos.
De situatie van nu triggert aan mijn vroegere ervaring en ik voel me weer machteloos, en word boos. Mijn kindsbewustzijn is in actie gekomen en ik denk dus dat ik opnieuw machteloos ben. Ik voel de pijn van het ‘me niet belangrijk genoeg vinden’. Wat ik nog niet besef is dat die pijn de pijn van vroeger is, al voel ik die nu.
Wat nu nodig is, is de vroegere pijn doorvoelen en gaan beseffen dat ik een volwassen vrouw ben die een keuze heeft. Op die manier verander ik mijn kindsbewustzijn in volwassenenbewustzijn. Door dat te doen heb ik nu wél een keuze hoe ik met deze situatie wil omgaan.
Mijn vriend belt op, zegt sorry dat hij weer te laat is, omdat hij de tijd vergeten was. Ik kan nu zeggen dat ik boos was geworden omdat ik getriggerd werd. Dat ik even heb gehuild, maar dat ik nu het eten in de oven ga zetten en blij ben dat hij zo komt.
Dit is een voorbeeld van valse macht. Andere weerstanden zijn: ontkenning van behoefte, valse hoop, primaire afweer (= ik kan het niet, ik ben schuldig, ik deug niet), en angst.
Zie ook: